Wat is de taak van het ademhalingsstelsel? Ervoor zorgen dat je kan ademhalen.

  1. Uit welke organen bestaat het ademhalingsstelsel? Mondholte, Neusholte, Strottenhoofd(larynx), Keelholte (pharynx), Luchtpijp(trachea), Bronchiën, Bronchiolen en de longen.
  2. Zuurstof binnen halen.
  3. Gaswisseling of respiratie is de uitwisseling van de gassen zuurstof en koolzuurgas tussen een organisme en zijn omgeving. Deze gaswisseling is essentieel voor het leven. Als deze niet plaatsvindt volgt verstikking.
  4. Zuurstof is een stofje in de lucht dat je lichaam nodig heeft om te kunnen overleven. Zuurstof is een kleurloos, reukloos en een smaakloze stof.
  5. Koolstofdioxide is een stof dat je niet kan inademen.
  6. De lucht gaat in je longen met kleine haartjes in het bloed en met het hart word het bloed rondgepompt in je lichaam.
  7. Als je gaat uitademen komt het bloed met koolstofdioxide weer terug naar je hart en daar gaat het uit het bled en word het uitgeademd.
  8. Inademen en uitademen.
  9. Inademen en uitademen.
    1.  1 dan komt er warme lucht binnen.

        2 de neusharen van het trilpitheel houden de grote stofdeeltjes tegen.

        3 de kleinere stoffen en ziekteverwekkers blijven niet zitten tussen de neusharen maar tussen de neusslijmvlies.

    1. 11. Het maakt je longen schadelijk
    2. 12. Dan ga je dood.
    3. 13. Dan ga je dood